Niveau 4
Ik vind het belangrijk om kinderen de kans te geven te ontdekken wat cultuur, erfgoed en kunst voor hen kunnen betekenen; het bewust maken van hun eigen mogelijkheden en verlangens en van de culturele verworvenheden van de maatschappij waarin zij leven. Kinderen moeten volgens mij ontdekken welke culturele of kunstzinnige activiteiten ze leuk vinden om te doen, welke activiteiten tot de verbeelding spreken, ze anders leren kijken, ze ontroeren of aangrijpen. Ook voor mij als leerkracht geldt dat culturele activiteiten tot de verbeelding moeten spreken. Ik denk dat je dan extra gemotiveerd bent om het enthousiasme voor kunst over te kunnen brengen.
Mij spreekt "cultuur in brede zin" erg aan. Cultuur is met zoveel verweven! Groepen mensen hebben een "cultuur" van huis uit mee gekregen. Sommige gezinnen vinden het heel normaal dat iedereen een muziekinstrument leert spelen of gaan regelmatig naar musea; andere gezinnen bezoeken theater of film etc. Elk kind kan met deze achtergrond een eigen bijdrage leveren in de klas. Tijdens mijn stage kreeg ik in de gaten hoe je onderwijs rond cultuur moet opzetten. Wanneer je leert zien wat er allemaal in de directe omgeving van de school te vinden is, dan krijg je daar lesideëen over. Deze lesideëen kun je weer uitwerken naar onderwijs waarin je goed verbanden kunt leggen. Deze verbanden kun je leggen door in te spelen op bijdragen van de kinderen tijdens kringgesprekken rondom het thema dat je wilt behandelen waarna je vervolgens hier dieper op in kunt gaan.
Cultuur moet aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Die belevingswereld is een belangrijk vertrekpunt. Van daaruit wil ik toewerken naar een "andere cultuur", dat is een andere (en vooral bredere) kijk op de wereld waarin we leven. Die manier van leren is niet gebonden aan losse schoolvakken, maar dient vakoverstijgend te worden aangeboden. Dit kun je doen door kinderen zelf iets rondom het thema te laten ontdekken en vervolgens dit aan de klas te presenteren. Juist op het gebied van kunst en cultuur is direct buiten de school zo veel te vinden. Het is aan de leerkacht om de ogen van de leerlingen hiervoor te openen.
Ik denk dat cultuureducatie belangrijk is voor kinderen om aan de hand van beelden, taal, muziek, spel en beweging gevoelens en ervaringen uit te drukken en om er mee te communiceren. Daarnaast leren ze te reflecteren op hun eigen werk, maar ook op dat van anderen. Ten slotte vind ik de kennis en ervaring voor aspecten van cultureel erfgoed die zij verwerven een aspect die bij hun opvoeding hoort.
Ik merk dat de kinderen plezier hebben in de kunstvakken. Ze leren samenwerken, omdat veel van de opdrachten dit van hen vraagt. Ook krijgen ze meer zelfvertrouwen door de reflecties die ze op elkaars werk geven en krijgen, of omdat hun mening over kunst en cultuur nooit fout is, maar gewaardeerd wordt. Er zijn 3 gebieden binnen kunsteducatie die ik in mijn stage verwerk: de leerlingen beoefenen zelf kunst, leerlingen kijken en luisteren naar professionele kunst en leerlingen praten en denken na over professionele kunst en hun eigen kunstbeoefening.
Met mijn stageklas ben ik in het kader van literatuureducatie naar de bibliotheek in de buurt geweest; wat is er in een bibliotheek te vinden (boeken, computers, tijdschriften etc.), hoe ga ik ermee om, wat kan ik er mee? etc. We hebben vervolgens boeken voor de leerlingen mee gekregen die de school mocht lenen. Om de kinderen te enthousiasmeren heb ik de achterkant van de boeken voorgelezen en uitgelegd bij welke kinderen welk boek zou kunnen passen. Ik vind literatuur belangrijk in de opvoeding, omdat kinderen hun fantasie kunnen gebruiken en een mening over boeken kunnen vormen. Ook zijn zij bezig met hun taalontwikkeling. Daarom lees ik in de klas voor en lezen de kinderen verplicht elke ochtend in hun eigen boek. Ze krijgen de gelegenheid om een kort boekverslag over het boek te schrijven en een tekening erbij te maken.
In groep 7 heb ik ook lessen aan Kunst en Cultuur gewerkt. Ik heb namelijk aansluitend op het thema van de Tweede Wereldoorlog een les gegeven waarbij de klas hun eigen monument moest kleien. De resultaten waren heel verschillend, maar het was erg leuk om te doen. Daarnaast hebben we een les muziekgeschiedenis gegeven. De leerlingen hoorden verschillende muziekfragmenten van tussen de jaren ’40 en jaren ’90. Ze kregen hierbij een stukje informatie over de muziek genres, de periode waarin bepaalde muziekstijlen zich profileerden en hoe deze pasten bij het tijdsbeeld. Vervolgens moest elk groepje een poster maken van een verschillend decennium. Ze moesten daarbij bijvoorbeeld letten op muziekstijl, kledingstijl, vrijetijdsbesteding etc. Dit moesten ze uiteindelijk presenteren aan elkaar.
Bewijs: Les muziekgeschiedenis.doc (189,5 kB)
Voor mijn eigen opleidingsschool heb ik een opdracht gemaakt in het kader van cultureel erfgoed. Het thema dat wij kregen toegewezen was het Vondelpark. Ik vond dit een heel leuk onderwerp. Vaak fiets ik door dit park zonder bij de culturele en historische waarde ervan stil te staan. Na dit project ben ik mij bewuster geworden van het belang van dit park.
Vondelpark project.ppt (4,5 MB)