Niveau 4

In mijn stageklas is er tijdens de gymles een voorval geweest dat kleren werden gestolen. Daarnaast waren er die dag 2 jassen van 2 meisjes uit mijn stageklas kwijt gemaakt, die werden heel ergens anders in de school terug gevonden. Ik besloot die middag hier heel serieus op in te gaan. Ik heb de kinderen over de volgende soort vragen na laten denken:

  •  Wat is er eigenlijk gebeurd met die kleren/jassen?
  •  Is het grappig om dingen kwijt te maken?
  •  Als ik kleren zou pakken van anderen zonder te vragen, hoe heet dat dan?
  •  Wat zou ik doen als het niet op school, maar ergens anders was gebeurd?

Uiteindelijk zijn we er zo op gekomen dat de kinderen eigenlijk 'stelen' van anderen. Als dit op straat gebeurt, zou je aangifte doen bij de politie. De politie zal de dief proberen op te sporen. De dief zal naar de gevangenis moeten of een grote boete moeten betalen.

Conclusie uit dit gesprek: " WE BLIJVEN VAN ELKAARS SPULLEN AF". En als je ziet dat iemand aan andermans spullen zit, dan zeg je dit tegen de leerkracht.

 

Ik vind dat de leerlingen normen en waarden moeten meekrijgen vanuit huis en vanuit school. Respect hebben voor elkaar hoort bij onze pluriforme samenleving en dat geldt ook voor elkaars bezit. In een samenleving moet een verbondenheid tussen mensen ontstaan, doordat je inziet dat elk mens gelijk is aan elkaar. Hierdoor ontstaat vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid etc. Zonder respect zou er alsmaar criminaliteit en een overlevingsstrijd ontstaan. In onze multiculturele samenleving is respect vaak nog moeilijk, omdat ieder zijn/haar eigen cultuur als 'de beste' ziet. Toch geldt in elke cultuur dat stelen verkeerd is. Kennis van elkaars waarden en normen toont dat deze in veel gevallen niet zo ver van elkaar verwijderd zijn.

 

Om dit voorval te koppelen aan deze competentie heb ik een les gevonden die ik in de klas heb gegeven. Deze les gaat over respect hebben voor elkaar.

www.gavoorgezond.nl/index.cfm?act=lessen.details&les=73

Aan de hand van het beeldmateriaal zijn de leerlingen zelf gaan praten in de kring. Ik heb de leerlingen toen alleen beurten gegeven om de rust te bewaren, maar de kinderen kwamen zelf met vragen zoals:

  • Wanneer noem je iets pesten/plagen?

Wat is plagen? Plagen gebeurt vaak spontaan, het duurt niet lang en is onregelmatig. Bij plagen zijn kinderen gelijk aan elkaar; er is geen machtsverhouding. De rollen liggen niet vast: den ene keer plaagt de een, de andere keer plaagt de ander. Plagen gebeurt zonder kwade bijbedoelingen en is daarom vaak leuk, plezierig en grappig.

Wat is pesten? Bij pesten is het ene kind sterker en het andere kind zwakker. Het is steeds hetzelfde kind dat wint en hetzelfde kind dat verliest. Vaak gebeurt pesten niet een keer, maar is het gepeste kind steeds weer de klos. Het sterkere kind, de pester, heeft een grotere mond en anderen kijken tegen hem of haar op. De pestkop heeft geen positieve bedoelingen, hij/zij wil pijn doen, vernielen of kwetsen. Het gepeste kind voelt zich eenzaam en verdrietig, hij/zij is onzeker en bang.

  • Wordt er in de klas gepest?
  • Op wat voor manieren en waar?
  • Wat voor voorbeelden van pesten zijn er?

Vervolgens ben ik met de les begonnen zoals op internet beschreven staat:

www.gavoorgezond.nl/upload/lessen/5_6_Les1_Lekkerinjevel_Respectvoorelkaar.pdf

Ik heb de introductie overgeslagen, omdat we al wat meer tijd kwijt waren in de kring aan het gesprek over pesten. Ik heb de laatste opdracht aan de hand van lootjes gedaan, waarbij elk kind dus een ander kind 3 complimenten moest geven. Je merkte dat de sfeer heel positief werd en de kinderen blij werden van de complimenten die zij kregen.

De koppeling die ik heb gemaakt met de kinderen tussen school en de samenleving is dat we respect moeten hebben voor elkaar, dat we niet moeten pesten. Als iedereen zou pesten, zouden er alleen maar ruzies ontstaan tussen mensen. We willen juist goed met elkaar om kunnen gaan.

Als afronding hebben we een doos versierd en afgesproken dat iedereen een briefje in de doos mag doen wanneer hij of zij een compliment wilt geven aan een ander kind. Een week later hebben we deze doos geopend tijdens kringgesprek waarbij we het thema nogmaals hebben besproken. Kinderen merkten hoe fijn het is om een compliment te krijgen en de sfeer veranderde daardoor in positieve zin.