Niveau 5

Het is belangrijk om op het gebied van conflicten bepaalde afspraken die in de klas zijn gemaakt consequent uit te voeren. Ik wil hiervoor een voorbeeld noemen van een jongen uit groep 4 gedurende mijn LiO-stage. J., een jongen van 8 jaar, was tegen alles en iedereen aan het schoppen en slaan op het schoolplein. Ik heb hem vervolgens naar binnen gestuurd, naar de klas toe. In de klas ben ik erover begonnen en speelde ik heel erg boos. Dit leek geen effect te hebben op J., dus ik heb daarna een individueel gesprek met hem gevoerd waarin wij afspraken maakten over de consequenties van zijn gedrag. Vechten, slaan en schoppen tijdens het buitenspelen is direct naar binnen. Dit gold uiteraard voor de hele klas, dus dit is duidelijk nog eens klassikaal afgesproken. Bij toeval vochten twee andere jongens met elkaar de pauze daarop, dus ik heb ze direct naar binnen gestuurd. Daarvoor hoefde ik niet veel te zeggen, want die ochtend wisten ze precies wat er was afgesproken. Deze consequentie moest niet alleen door mij worden uitgevoerd, maar ook door hun andere leerkracht. Daarom heb ik dit met haar besproken en afgesproken dat zij kinderen ook gelijk naar binnen stuurt als er wordt gevochten op het schoolplein. 

Er was een periode dat de leerlingen van groep 4 nogal wat ongewenst gedrag vertoonden. Ik merkte dat het soms nodig was de leerlingen heel strak te houden en hen gelijk te corrigeren. Na een waarschuwing kregen de leerlingen gelijk een time-out. En als ze zich in de rij niet gedraagden dan mochen ze buiten op de bank bij mij komen zitten in plaats van spelen. Dit had al gauw effect. Leerlingen hebben die strenge sturing soms nodig en na een tijdje kun je ze ook weer wat ruimte geven, zolang ze maar wel weten dat ik als leerkracht invloed en zeggenschap heb over hoe zij zich dienen te gedragen op school.

In mijn zelfevaluatie kunt u terug vinden dat deze competentie een groot struikelblok was in het begin, dat ik dat heel graag wilde verbeteren. Dit is mij in groep 4 goed gelukt. Ik kon negatief gedrag gauw afkappen of een passende actie daaraan koppelen. Zelf boos worden is niet effectief, dus ik heb geleerd om leerlingen echt niet over mijn grenzen te laten gaan; ik speel boos voordat ik het echt ben. Daarbij is het belangrijk dat mijn non-verbale communicatie past bij wat ik zeg. Het bekrachtigen van positief gedrag is dé preventieve maatregel, een andere is het benoemen van positief gedrag en waar mogelijk het negatieve gedrag negeren. Kinderen houden enorm van complimenten, daarom geef ik die graag en veel. Ook door middel van het beloningssysteem kan ik kinderen in de juiste richting duwen.

Bewijs: Logboek groep 4Zelfevaluatie BP3