2b omgaan met weerstanden
- Kan omgaan met storingen, conflicten en weerstanden:
- Maakt normen en waarden bespreekbaar
- Pakt vooroordelen en pestgedrag aan
- Hanteert verschillende systemen van belonen en straffen
- Past omgangsregels toe
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
Kent de theorie betreffende het sturen en bewaken van gedragsprocessen in de klas |
Herkent verschillende groepsprocessen in de gegeven onderwijspraktijk |
Kan processen bespreekbaar maken en in dialoog afspraken maken |
Heeft draagvlak voor afspraken en gevoel voor verhoudingen en inzicht in mogelijke emotionele blokkades bij de leerling |
Is in staat om de in gang gezette processen te bewaken en effectief greep te houden op deze processen |