Niveau 1
In de pedagogiek lessen hebben we het gehad over de ontwikkeling van het jonge kind. Jonge kinderen ontwikkelen zit heel sterk in een redelijk korte tijd, en als leerkracht speel je daar een belangrijke rol in. Kinderen kunnen zich onder andere ontwikkelen op sociaal-emotioneel gebied, cognitief gebied en motorisch gebied.
Een voorbeeld die we van motorische ontwikkeling kregen was in de schrijfles. Een kind van 1 houdt een potlood heel anders vast dan een kind dat al kan
schrijven. Die heeft geen controle over de bewegingen die hij of zij maakt. Pas vanaf een jaar of 4 hebben kinderen controle over een potlood en kan het kind figuren maken. En vanaf 6 jaar kunnen ze echt gaan leren schrijven. Het is grappig om te zien wat voor ontwikkeling een kind dus door kan maken.
Ook voor coaching hebben we veel gelezen in het boek “De Ontwikkelingspsychologie”. We hebben in leertaak 6 van semester 1 een vragenlijst beantwoord van 3 verschillende hoofdstukken en in leertaak 1 van semester 2 een samenvatting gemaakt van nog 5 hoofdstukken.
Ook op mijn stageschool heb ik veel ontwikkelingen gezien bij een aantal kinderen. Zo was er een jongetje in groep 1 die om alles gingen huilen en schreeuwen en niet naast een andere jongetje wilde zitten. Uiteindelijk werd hij rustiger en ging hij toch met het andere jongetje spelen. Ook was er een nieuw jongetje in de klas gekomen, die niet wilde overblijven. Ik ben een paar keer bij hem blijven zitten om hem gerust te stellen en hem te kalmeren. Uiteindelijk huilde hij niet meer als hij moest overblijven.
Ik vind het interessant om naar de leerlingen te kijken, om hun ontwikkeling te volgen. In een half jaartje is dit best wel lastig, want eigenlijk moet je de kinderen al langer kennen. Toch wil ik bij m’n volgende stage meer hierop gaan letten, kijken of ik een ontwikkeling bij leerlingen zie gebeuren.