Niveau 3
Visie op omgaan met collega’s en ouders
Collega’s spelen een belangrijke rol binnen mijn onderwijs:
Je werkt samen binnen een schoolorganisatie die een bepaalde visie en missie naleeft. Dat betekent dat alle neuzen redelijk dezelfde kant op moeten staan en dat er samenwerking plaatsvindt binnen de schoolorganisatie. We zijn samen verantwoordelijk voor het goed functioneren van de schoolorganisatie. Wat is daar voor nodig? Ik zie het als volgt voor me:
- Ik communiceer goed en helder met collega’s. Dit betekent eerlijk zijn tegenover elkaar. Zie je iets niet zitten of denk je over een standpunt niet hetzelfde, spreek het uit en ga op zoek naar een tussenweg.
- Ik werk goed samen met mijn collega’s. Als collega’s hulp nodig hebben bied ik die aan, maar andersom moet ik ook even de klas van een collega binnen kunnen lopen om eventueel om hulp te vragen.
- Ik lever een constructieve bijdrage binnen vergaderingen en de afspraken die ik maak kom ik ook na.
- Ik ben open naar anderen over het onderwijs dat ik geef. De kans is groot dat mijn leerlingen doorstromen naar een collega en het contact moet zo zijn, dat de collega mij om hulp kan vragen en ik andersom ook advies kan geven.
Natuurlijk betekent een goede verstandhouding met collega’s ook dat ik met meer plezier naar mijn werk ga, iets wat ongelooflijk belangrijk is en niet vergeten mag worden. Daarom wil ik investeren in de band door bijvoorbeeld het organiseren van teamuitjes, zodat je elkaar ook beter leert kennen in een andere setting.
Theorie
Een team is een groep mensen met een gezamenlijke opdracht, die door samenwerking, taakverdeling en onderlinge afstemming aan die opdracht werkt.
Behalve een zakelijke opdracht heeft een team voor medewerkers ook een sociale functie. Het is prettig om bij een groep te horen, om samen verantwoordelijkheid te dragen. Samen is gezellig en geeft plezier in het werk. Door samen te werken, door ervaringen en ideeën uit te wisselen, door bij elkaar in de koffiekamer stoom af te blazen ontstaat er een gevoel van saamhorigheid. Dat is belangrijk. Een goed team heeft een duidelijke meerwaarde als er gebruik gemaakt wordt van elkaars (aanvullende of versterkende) kwaliteiten. Door samen te werken aan een gemeenschappelijke opdracht leer je van elkaar en leer je met elkaar. Tegelijkertijd ontwikkelen zich tussen de teamleden relaties die gebaseerd zijn op vertrouwen, respect en gelijkwaardigheid.
Het zal duidelijk zijn dat het voor kinderen en hun ontwikkeling heel belangrijk is dat leerkrachten van een school dezelfde opvattingen hebben over het omgaan met kinderen en over de rol die de school speelt bij de ontwikkeling van kinderen. Waar meer mensen samenwerken heb je verschillen in de opvattingen. Verschillen zijn onvermijdelijk. Sterker nog, zonder verschillen in opvattingen raakt de ontwikkeling van een team gauw op dood spoor. Aan de andere kant moeten de verschillen ook weer niet te groot zijn. Als de verschillen echt onoverbrugbaar zijn, kun je niet van een team spreken en is er geen sprake van het samen werken aan de opdracht van de school. Waar het om gaat is het verbinden van verschillende opvattingen tot een gemeenschappelijke visie, waarin ieder toch zijn eigen persoonlijke opvattingen terug kan vinden. Dat kan door alle teamleden de kans te geven hun individuele uitgangspunten te verwoorden.
Teamleden kunnen van elkaar leren door hun praktijkervaringen met elkaar te delen en te bespreken. Vaak gebeurt dit incidenteel, bijvoorbeeld tijdens de koffiepauze, maar bij echt teamleren gebeurt dat op een systematische manier. In een lerend team formuleren leraren wat hun opvatting over leren is en wat dat voor de opdracht van de school betekent. Deze gemeenschappelijke visie (bij teamleren ook wel ambitie genoemd) wordt vormgegeven door systematisch de eigen praktijk te onderzoeken: wat vinden de leerlingen ervan? Welke ideeën hebben zij? Door het gezamenlijk bespreken van de verzamelde informatie bedenken teamleden wat dot voor hen betekent en formuleren zij gezamenlijke conclusies. Op basis daarvan gaan zij met elkaar na welke consequenties ze daaraan willen verbinden: persoonlijk voor het handelen in de eigen groep, maar ook voor de school als geheel en de resultaten die ze willen behalen. Deze consequenties worden vertaald in concrete acties, die worden uitgevoerd en geëvalueerd. [1]
Ik heb een duidelijke visie op de omgang met ouders binnen de school. Het volgende filmpje laat zien hoe je er voor kunt zorgen dat het contact tussen leerkrachten en ouders goed kan gaan: www.leraar24.nl/video/3318
Peter de Vries zegt in dit filmpje het volgende:"Er komt een bewustwording op gang rondom het thema ouders. Leerkrachten proberen te denken vanuit het perspectief van ouder, zodat ze heel goed in kunnen spelen op dat wat ouders beweegt zodat er een optimale samenwerking tussen school en ouders ontstaat."
Ik denk dat het geweldig is dat er een soort workshops worden gegeven over hoe je met ouders omgaat. Het volgende citaat uit het filmpje geeft een goede reden waarom goed contact met ouders noodzakelijk is. Jannelies Dolmans zegt tegen de ouders: “Eigenlijk ben jij mijn collega, wij werken samen. Jij kent je kind veel beter dan dat wij je kind kennen. Wij willen je kind heel graag dingen leren en we hebben je nodig daarvoor, dus help ons. Dan komen we een heel eind verder en dat is in het belang van je kind.” Wanneer de school en de ouders op één lijn liggen krijgt het kind een vaste structuur mee, zoals regels, omgangsnormen, afspraken nakomen etc. Ik probeer in mijn klas ouders te betrekken in het onderwijs en vraag ze om hulp. Verder maak ik altijd even een praatje met ouders wanneer zij binnenkomen, zodat ze weten dat ik ‘er ben’ en open sta voor vragen.
Ouderbetrokkenheid kan bijdragen aan het behalen van verschillende doelen:
- verbeteren van de leerresultaten
- school als ontmoetingspunt voor ouders en wijkbewoners
- ouders helpen vaker mee met activiteiten
- versterken van sociale cohesie
- bevorderen van de integratie
- bevorderen van de brede ontwikkeling van kinderen
- werkdrukverlaging van de leraar door hulp van klassenouders
Visie op onderwijsBP2.doc (74,5 kB)
Soorten oudercontacten:
Informeel |
Formeel |
schoolplein in de klas |
10-minutengesprek kennismakingsouderavond leesouders slecht nieuwsgesprek telefonisch |
Samenvatting van de vier lessen:
pp oudergesprekken.ppt (1,3 MB)
Ik heb tijdens mijn stages al heel wat verschillende oudergesprekken en vergaderingen bijgewoond.
Toch hield ik me bij deze gesprekken meer op de achtergrond, omdat ik mij als stagiaire nog niet bevoegd vind om ook iets te zeggen tijdens gesprekken of vergaderingen. Omdat ik steeds meer stage ga lopen en naar m'n Lio toe werk, moet ik meer initiatief nemen op dit gebied. Ik heb mij daarom de volgende leervraag gesteld:
Hoe ben ik in staat effectief te communiceren op verschillende niveaus en met verschillende doelgroepen (instanties, collega’s, ouders, leerlingen)?
Omdat ik het wel prettig vond om meer te weten te komen over oudergesprekken in het algemeen (denk daarbij aan: wat voor soort gesprekken, opbouw en houding tijdens een gesprek), heb ik aan mijn coach voorgesteld om op deze onderwerpen in te gaan tijdens de lessen leerpraktijk. Er waren meerdere studenten die hier behoefte aan hadden, dus is het geplaatst in het lesprogramma.
Daarnaast heb ik direct met mijn mentor overlegd over de oudergesprekken. Ik begon in februari en er waren in maart al oudergesprekken naar aanleiding van de CITO scores. Hier mocht ik bij aanwezig zijn, zodat ik aantekeningen kon maken over de houding en opstelling van mijn stagementor. Het was goed om nu eens goed te kijken naar de opbouw van een gesprek en dit weer te koppelen aan de theorie die ik in de lessen leerpraktijk bestudeerde. Zo kreeg ik een beeld van mijn visie op de omgang met ouders en de manier waarop ik een gesprek wil laten verlopen en aanpakken:
School en ouders hebben elkaar nodig om tot succesvol onderwijs te komen. Wanneer de relatie tussen school en ouders goed is, heeft dit een positieve invloed op de werkhouding en de prestaties van de leerling op school.
Na de reeks oudergesprekken die ik heb bijgewoond, stelde mijn stagementor voor om mij de kennismakingsgesprekken te laten doen. Ik merkte dat het heel goed is om zelfstandig oudergesprekken te oefenen, voordat je echt alleen verantwoordelijk bent voor een klas. Door te oefenen met een rollenspel in de klas, of door erbij te zitten, ervaar je niet voldoende hoe het is om het zelf te doen. Ik vond het erg spannend de eerste keer en vergat daarom een paar punten die ik bijvoorbeeld in de lessen had geleerd. Bovendien moet je ook leren aanvoelen hoe je de communicatie met een ouder laat verlopen. Sommige ouders vinden het heel prettig als je zakelijk blijft en andere vinden een wat lossere sfeer juist prettig. Het tweede gesprek ging al stukken beter en ik probeerde goed aan te voelen wat deze moeder prettig vond qua communicatie. Ik ben positief begonnen in het gesprek en heb daarna een aandachtspunt aangekaart. Ten slotte ben ik geëindigd met een compliment over haar kind.
Protocol oudergesprekken
Voorbereiding → Bespreekpunten noteren Aandachtspunten: op de hoogte van geschiedenis kind, afspraken/inhoud vorig gesprek, wat wil je bespreken, positieve inbreng leerkracht, ruimte voor inbreng ouders, besef dat je maar 2x per jaar een oudergesprek hebt. |
Het gesprek → De inleiding Begin met het voorlezen van de bespreekpunten. Vraag ouders of zij nog een punt willen toevoegen. Pas desnoods jouw punten aan of maak een vervolgafspraak als er meer tijd nodig blijkt te zijn. Belangrijk is dat je ouders serieus neemt, dus ook hun inbreng |
Het gesprek zelf Leerkracht is gespreksleider. De bespreekpunten zijn de leidraad voor het gesprek. Bewaak de tijd. Gebruik de verschillende gesprekstechnieken (actief luisteren, tussendoor samenvatten en inleven/meeleven). Wees wel duidelijk en eerlijk (het is belangrijk je bewust te zijn “Hoe je wat zegt”). Ouders en leerkrachten moeten partners zijn. Erkenning is belangrijk: je laat merken dat je hoort wat de ander zegt, dat je begrijpt wat er in de ander omgaat. Laat merken dat je met het kind begaan bent (laat wat werk zien, probeer een leuke anekdote te vertellen).
|
Het gesprek → De afronding Rond het gesprek positief af en herhaal evt gemaakte afspraken. Vraag of alles voor de ouders duidelijk is en geef aan dat ze altijd kunnen komen. Praat nooit over andere kinderen. Heb je tijdnood, maak dan een nieuwe afspraak met (een van) de ouders. Maak aantekeningen en leg inhoud en afspraken vast in het LVS. |
NB. . Omgaan met lvs-informatie aan ouders: ouders mogen de grafieken van hun kind inzien op de computer; ouders mogen nooit gegevens van andere kinderen inzien; ouders mogen nooit groepsoverzichten zien; aantekeningen oudergesprekken mogen wel worden ingezien maar alleen via de directeur; print liever niets uit en geef e.e.a. niet aan ouders mee (mag wel); oudergesprekken worden zo genoteerd dat ouders het zonder meer zo kunnen lezen, maar ze zijn in principe voor intern gebruik.
www.wsnszutphen.nl/files_cms/bestand/78537.doc
[1] Geerdink, G.& Volman, M.& Wardekker, W. Pedagogische kwaliteit in de basisschool (2006) HBuitgevers