Niveau 2

In jaar 2 heb ik hard gewerkt aan dit leerdoel. Ik merkte dat ik in het eerste jaar veel conflicten had meegemaakt op school, maar die werden altijd opgelost door de groepsleerkracht. Ik wilde dus werken aan het communiceren met ouders van leerlingen over de vorderingen en het welbevinden van hun kind. Ik ben als stagiaire toch altijd een beetje zenuwachtig om met ouders te praten, omdat ik bang ben dat ze mij niet goed genoeg vinden als leerkracht, aangezien dat ik nog niet echt ben. Door praatjes te maken en me voor te stellen probeer ik wel contact te leggen.

Om mijn doel te bereiken heb ik eerst kunnen oefenen op school met medestudenten. In de les wilden we ook meer weten over hoe je dat moet aanpakken. Daarom hebben we met behulp van opdrachtenbriefjes geoefend als leerkracht-ouder. Er was dan bijvoorbeeld een probleem; qua gedrag of prestaties. Jij moet als leerkracht proberen deze informatie op een goede manier over te brengen, zonder dat de ouder van streek raakt. Dit blijkt nog wel lastig te zijn, zeker als een ouder je niet gelooft. Ik heb van deze oefening wel veel geleerd.

Vervolgens heb ik aan mijn stagementor, Cassandra Jaakke, gevraagd of ik een paar oudergesprekken mocht bijwonen. Zij stemde in, mits de ouder het ook goed vond. Dus van tevoren is er aan elke ouder gevraagd of hij/zij het goed vond dat ik er bij was. Gelukkig mocht ik bij 3 ouders er bij zitten. Van tevoren heb ik met Cassandra besproken wat mijn rol zou zijn en wat zij sowieso wilde vertellen aan de ouders aan de hand van het rapport van de kinderen. Ik mocht dan wat van mijn ervaringen vertellen, zoals hoe het kind zich gedraagt tijdens mijn lessen en een positief punt van het kind. Ik vond het heel erg interessant om de oudergesprekken bij te wonen en ik heb heel erg gelet op hoe Cassandra zich gedraagt, hoe zij praat, wat zij zegt etc. Gelukkig waren er deze keer geen ouders die boos werden o.i.d., ze begrepen alles wat Cassandra zei en ze hebben ook geluisterd en leuk gereageerd op wat mij was opgevallen bij hun kind. Als je iets positiefs zegt over hun kind heb je de ouders eigenlijk al mee.

 

Wat ik heb geleerd van de gesprekken is het volgende:

-          Het gesprekt duurt maar 10 minuten, dus je moet al in je hoofd hebben wat je wilt bespreken.

-          Tijdens het rapportgesprek bespreek je het rapport (dus de vorderingen van het kind), een slechtnieuwsgesprek komt een andere keer.

-          Als ouders je willen spreken, over andere dingen dan het rapport, maak je daar een aparte afspraak voor.

De verschillende gesprekken in het onderwijs moet je als leerkracht goed gescheiden houden. Als een ouder komt voor een rapportgesprek, is een slechtnieuws gesprek niet echt gepast.  Dit moet je absoluut voorkomen.