Niveau 1
Jaar 3
Ik merk dat ik nu veel meer contact heb gekregen met ouders en andere collega-leerkrachten. In de nieuwe stageklassen heb ik me aan alle ouders die binnen kwamen lopen voorgesteld en even duidelijk gemaakt wat ik precies kwam doen. Doordat ik voor m'n gevoel heel erg sterk gegroeid ben als leerkracht, sta ik ook steviger in m'n schoenen en dat komt denk ik overtuigender over op ouders. Vandaar dat zij met allerlei vragen nu naar mij toe komen en ik weet deze ook (bijna) altijd wel te beantwoorden, omdat ik me veel meer verdiep in de klas en wat er allemaal in de school gebeurt. Zo ben ik altijd op de hoogte en kan ik die informatie ook geven.
Ik merk eigenlijk nog steeds wat ik in het eerste jaar ook merkte; sommige collega-leerkrachten liggen je beter dan andere. Het tweede semester heb ik de leukste stagementor gehad tot nu toe. Ik heb ook het meest van hem geleerd denk ik, in alle opzichten hoe je met een klas om gaat en les geeft etc. Wij lagen heel erg op een lijn met elkaar en het is alsof we elkaar precies wisten aan te vullen en hetzelfde over dingen dacht. Dat is heel erg fijn, en deze stageperiode heb ik ook als het meest prettig ervaren.
Jaar 1
Op mijn stageschool had ik af en toe contact met de ouders, maar soms was dit lastig, omdat sommige ouders helemaal geen goed Nederlands spraken. Mijn school bestond uit voornamelijk alleen maar kinderen en ouders van een andere cultuur. Soms moest er via het kind gesproken worden met de ouder. Ik merk dat ik me daar wel aan irriteer; ik vind dat de ouders ook gewoon hun best moeten doen om op z’n minst een beetje te kunnen communiceren in het Nederlands. Toch maakte ik vaak een praatje met ouders die wel Nederlands konden spreken. Ze kwamen ook met vragen bij mij, soms wist ik die dan te beantwoorden, soms ook niet en dan verwees ik ze door naar mijn stagementor.
Ik bleef meestal op mijn stageschool lunchen, dus dan praatte ik ook veel met andere collega’s. Soms vond ik het wel lastig om met sommige leraren te praten, omdat zij niet zo open waren voor mijn gevoel, of ik had niet echt iets om een gesprek te beginnen. Ik praatte dan meer met de andere stagiaires, omdat ik dan toch meer op een lijn zit met hen. Ik hoop dat ik op m’n volgende stage beter contact met de andere leerkrachten kan hebben. Ik probeer me zeker open op te stellen, dus ik weet niet precies waar het aan lag. Met mijn stagementor had ik wel heel goed contact, we hadden altijd heel veel gesprekken, over de leerlingen maar ook over andere dingen dan school. Zij vertelde me ook een keer dat ze haar collega’s ook niet allemaal even leuk vond, dat ze ook niet heel goed contact had met ze allemaal, dus toen was ik blij dat het niet alleen aan mij lag. Ik hoop dat ik volgend jaar weer zo’n leuke stagementor heb.