Niveau 4
Ik heb in groep 3 in het tweede jaar geparticipeerd in een onderzoekgroep met als onderwerp het directe instructiemodel. We hebben een aantal bijeenkomsten gehad en zijn met de verschillende leerkrachten een presentatie gaan ontwerpen en geven aan de overige leerkrachten. Hierin moesten we hen informeren en overtuigen waarom dit een goede manier is van les geven. Ik heb geleerd dat er veel komt kijken naast het alleen les geven in een stageklas. Het is belangrijk om zelf ook meer te leren in dit vak en dingen te bespreken met je collega’s in vergaderingen. Vanaf het begin af aan mocht ik overal bij zijn, maar vooral ook zelf participeren in de onderzoeksgroep en een presentatie maken voor de overige leerkrachten van de school. Ik had als taak op mij genomen om precies uit te schrijven wat de verschillende punten in het directe instructiemodel zijn en deze in de onderzoeksgroep uit te leggen.
De fasen uitgewerkt
- Terugblik: Bij deze fase blik je terug naar wat je vorige keer al behandeld hebt. Zo kun je een samenvatting van de voorgaande stof geven om de leerlingen snel bij het nieuwe gedeelte van de stof te betrekken en ervoor te motiveren. Je kunt het (huis)werk bespreken en nog even stil staan bij eventuele moeilijkheden of veel voorkomende fouten. Je bekijkt met de leerlingen naar wat er al bekend is over het onderwerp. De stof dient aan te sluiten bij de kennis waarover de leerlingen al beschikken.
- Oriëntatie: Bij de oriëntatie worden de leerdoelen aangegeen. Wanneer leerlingen bewust zijn van het belang en doel van een les, zullen zij meer gemotiveerd zijn. Je geeft een overzicht van de les en legt een relatie tussen de lessen die zijn geweest en nog komen.
- Uitleg: Bij deze fase speelt de leerkracht een centrale rol. Hierin wordt uitleg gegeven in kleine stapjes, met concrete voorbeelden en regelmatig een samenvattend moment om te kijken of de leerlingen de stof kunnen volgen. Zorg ervoor dat je als leerkracht zelf hardop voordoet hoe het moet. Geef goede voorbeelden.
- Begeleide inoefening: Bij deze fase oefen je samen met de leerlingen de aan te leren vaardigheid. Je geeft korte en duidelijke opdrachten door veel vragen te stellen en de leerlingen de uitleg te laten herhalen en verwoorden. Je zorgt voor een geleidelijke toenamen van moeilijkheidsgraad en vermindert geleidelijk de ondersteuning totdat de leerlingen de stof beheersen.
- Zelfstandige verwerking: Dit is de fase waarin de leerlingen zelfstandig aan het werk kunnen gaan. Dit kan individueel, in tweetallen of groepjes (want leerlingen kunnen ook van elkaar leren). De leerkracht loopt rondes om te kijken hoe het gaat, de leerkracht heeft een begeleidende rol. Eventueel kan er aanvullende (klassikale) instructie gegeven worden.
- Evaluatie: Je laat de leerlingen onder woorden brengen wat goed ging, wat niet goed ging en wat ze de volgende keer anders gaan doen. Hierbij controleer je of en hoe het lesdoel is bereikt. Zo kunnen leerlingen hun eigen leerproces aanpassen.
-
Terug- en vooruitblik: Je herhaalt wat er geleerd is en wat er nog aangeboden gaat worden. Hierbij hoort een les vaak in een lessenserie.
(Leenders e.a., 2002, blz. 23-53)
Ik heb een advies geschreven:
Het advies is gericht op alle leerkrachten. Ik raad leerkrachten aan om het directe instructiemodel te hanteren. Een belangrijke conclusie uit onderzoek is dat het directe instructiemodel het meest effectief is (De Boer & Brouwer, 1997; Huizinga, 1998). Het is belangrijk dat instructie effectief is; dit valt echter niet mee, omdat er grote verschillen tussen leerlingen zijn, bijvoorbeeld op het gebied van intelligentie, woordenschat, interesse, instructiebehoefte, leerstijl etc. (Leender e.a., 1999, blz. 16). Daarnaast is het van belang dat de leerkracht de onderwijsbehoeften van leerlingen in kaart brengt. Een onderdeel van de onderwijsbehoeften zijn de instructiebehoeften.
Bewijs: Leertaak ADI.doc (1,3 MB)
Presentatie directe instructie.ppt (1,2 MB)
In het tweede jaar hebben Anouk Hetjes en ik samen deelgenomen aan het opzetten van een nieuw thema in groep 6, 7, 7/8 en 8. Wij hebben de themavergaderingen bijgewoond, hier onze eigen inbreng in gegeven en vervolgens een startactiviteit bedacht en uitgevoerd. Daarnaast hebben we ook een voorstel gegeven voor een excursie en een eindopdracht. Ook hebben we een themahoek ingericht over magnetisme. Ik denk dat we door middel van deze schoolgebonden leertaak gewerkt hebben aan hoe deze school een thema opzet en een eigen bijdrage hebben kunnen leveren.
Bewijs: Schoolgebonden leertaak semester 2.1.doc (506,5 kB)